Description
Waaraan herkennen wij een spreker als een Amsterdammer met een Marokkaanse achtergrond? En waaraan horen wij dat iemand een Nijmegenaar met Turkse wortels is? Wat heeft het taalgebruik van mensen met een Marokkaans een mensen met een Turkse achtergrond gemeen? Welke eigenaardigheden dringen door in 'inheemse' verschijningsvormen van het Nederlands?
In dit boek gaat het om deze en dergelijke vragen. Behalve het Marokkaanse en Turkse Nederlands komen daarbij onder meer het Surinaamse Nederlands en het Indonesische Nederlands, maar bijvoorbeeld ook het Joodse Nederlands aan de orde.
Het Nederlands varieert in toenemende mate ook in de culturele ruimte, die allereerst bepaald wordt door de oorspronkelijke godsdienstige en etnische achtergronden van de sprekers. Dit noem je etnolecten.
Etnolecten bevatten in het algemeen niet alleen exotische verschijnselen, zoals elementen uit de oorspronkelijk moedertaal. Maar ook verschijnselen die kenmerkend zijn voor tweedetaalverwerving (de meisje, de mooie meisje die daar loopt).
Etnolecten hebben onder jongeren een groeiend prestige en zijn deel van hun identiteit. Woorden en uitspraakgewoonten uit etnolecten komen via de straatcultuur, muziek, media en bekende figuren (Ali B) in de taal van jongeren terecht. Het boek is rijkelijk geïllustreerd met voorbeelden uit onder meer populaire tienersoaps.